Vanmorgen lekker in het zonnetje aan het locale ontbijt met bovenstaande uitzicht. Dat is pas genieten, uiteraard door de fantastische Costericaanse koffie 😉. Het was tijd om weer verder te reizen dus tijd om de koffers weer te pakken en uit te checken.
Onderweg naar het volgende hotel zou ik een stop maken in het dorpje Sarchi. Dit dorpje staat bekend om zijn handgeschilderde traditionele ossenkarren. Welke dan ook pontificaal uitgestald staat op het dorpsplein tegenover de kathedraal.
Na deze korte tussenstop ging de tocht weer de bergen in, weg van de bewoonde wereld. Het hotel dat ik heb geboekt ligt op bijna 2 kilometer hoogte. 1950 meter om precies te zijn. Nadeel daarvan is dat het ontzettend hard waait en dat het niet al te warm is. Uiteraard loop ik gewoon nog in korte broek 😎 een stukje naar boven kan je zelfs het ijs zien liggen. En dat in Costa Rica. Een veelzijdig land dus.Â
Na ingecheckt te hebben en me koffers in de kamer achter gelaten te hebben ging ik verder naar Catarata Del Torro zo'n 15 kilometer verderop, volgens de navigatie zou het een half uur rijden zijn. Dat pakte even anders uit.Â
Eerst lagen er een stapel rotsblokken op de weg. Hiervoor was al hulp aanwezig. Een local gaf aan dat ik kon om rijden, maarja op 2 kilometer hoogte pak je niet zomaar een zijstraat. Tja hoelang kan het duren als er al een graafmachine staat. Dus maar gewacht en van het uitzicht genoten en intussen nog de komende dagen uitstippelen. Na ongeveer een uurtje was de weg weer vrij en kon de route vervolgd worden.Â
Eenmaal een stuk afgedaald stond er opeens weer een kleine file. Ditmaal doordat er een tweetal vrachtwagens vast stonden. Door het belabberde wegdek, modder, kwamen ze niet omhoog. Gelukkig stond er ook een tractor in de file welke ze weggesleept heeft.Â
Ook voor mij was het glibberen en glijden en was ik blij dat de weg naar beneden liep zodat ik niet vast kwam te staan. Uiteindelijk kwam ik na ruim 2 uur aan bij de Catarata Del Torro. Lekker even de benen strekken. De tocht begint bovenaan op 1100 meter hoogte. Via een heleboel trappen door het regenwoud kon je tot aan de voet van de waterval komen. Een spectaculair uitzicht. Nadeel hiervan is dat je de 200 meter wel weer. Per trap omhoog moet.Â
Na even tot rust gekomen te zijn moest de auto inmiddels ook afgetankt worden want deze stond alweer onder de helft. En benzinestations zijn schaars. Het was inmiddels 16.00 uur geweest en twijfelde om hier alvast wat te eten in dit dorpje of toch maar terug te gaan aangezien de zon tegen 17.00 onder is.Â
Omdat ik ook terug weer een stuk over dat modderbad moest en geen zin had om dat in het donker te moeten doen. Toch maar de keus gemaakt terug richting het hotel te rijden. Google gaf aan dat het restaurant daar tot 20.00 open zou zijn. Dus tijd zat. Op het gemakje de terugweg afgelegd en bij het modderpad een aan loopje genomen en gezorgd dat ik niet stil kwam te staan. Na bijna 40 minuten was ik best blij dat ik bij het hotel terug was.Â
Echter hier bleek dat Google toch niet alles weet, want het restaurant was om 17.00 gesloten. Het dichtstbijzijnde eetgelegenheid is in Sarchi 15 kilometer de berg af, gelukkig wel de kant met de goede weg. Een voordeel van in het donker de berg afrijden is dat je tegenliggers aan ziet komen en je de bochten lekker via de ideale lijn kunt nemen. Nadeel is dat je de bocht niet ziet😂 na een half uur rijden kon ik in mijn beste Spaans een pizza bestellen. Weet niet wat voor pizza het geweest is maar het smaakte in ieder geval.Â
En wat ben ik blij dat ik gewoon in de stad woon. En geen uur hoef te rijden voor een pizza 🤓